Sinds 1998 is Pastor Richard Schreurs bezig met het schrijven en publiceren van zijn preken op het Internet. Deze grote inspanning heeft ertoe geleid dat we nu een fantastische hoeveelheid van meer dan 650 preken online kunnen presenteren. U kunt deze preken vanzelfsprekend gebruiken als inspiratie voor uw eigen overwegingen. We stellen het echter erg op prijs als u dan ook uw bronnen wilt vermelden (www.lidwina.nl) zodat meer mensen het prekenarchief hier online komen bezoeken.
zie iets nieuws
[ vorige | lijst | volgende ]
Auteur: Hans vd Laar (5e zondag 40 dagentijd)
Sommige mensen dragen aardig wat in hun rugzak mee:
Haar vader was NSB’er in de tweede wereldoorlog. Hij heulde met de Duitsers. Heel haar leven heeft ze die ervaring met zich meegedragen. Zelf was ze toen nog maar een kind. Ze had niks met die oorlog van doen. Nooit heeft ze iemand verraden, maar toch voelde ze tot in het diepste van haar ziel: ik ben een dochter van iemand die fout was in de oorlog. Zelfs al sprak niemand er meer van…ze droeg het met zich mee. Niet een jaar, geen 5 jaar of 10 of 20, maar haar hele leven lang. Het tekende haar leven van begin tot het einde.
Ze heeft een psychiatrisch verleden. Ze was jaren opgenomen in de Grote Beek. Nu probeert ze haar leven op te bouwen. Ze heeft geen medicijnen meer. Ze is vrij van therapie en behandeling. Ze wil zo graag vriendinnen. Ze wil zo graag vrijwilligerswerk doen, maar in zo’n klein dorp denkt iedereen: ja, maar van haar kun je niet op aan. Zelfs in haar parochiekerk wordt ze met Argusogen bekeken. Je kunt haar wel binnenhalen, wordt er gezegd, maar je krijgt een hoop gedoe met haar. Daarom blijft haar verleden haar inhalen. Blijft haar rugzak vol zitten met al die ellende van de voorbije jaren. Ze komt er niet echt los van bij sollicitaties, op verjaardagen of gewoon als ze boodschappen gaat doen.
Inderdaad hij heeft ooit gezeten, maar het was lang geleden. Hij is al lang op het rechte pad, maar vast werk is erg moeilijk te vinden. Hij blijft actief, steeds weer naar het uitzendbureau, heeft al verschillende studies gedaan. Maar eens in de fout altijd een boef…het zijn woorden, waarvan hij voelt dat ze in zijn lijf zijn ingekrast als onuitwisbare tatoeages. Soms denkt hij: ik kan net zo goed weer gaan stelen. Ik ben toch al lang en nog steeds in de ogen van veel mensen een dief, maar hij doet het gelukkig niet.
De profeet Jesaja, al ver voor Christus’ geboorte, zegt dat God de Heer anders naar mensen kijkt en hij legt God de volgende woorden in de mond: “Denk niet langer aan wat vroeger is gebeurd, want zie ik ga iets nieuws maken. Het is al aan het kiemen. Een weg in de woestijn, een rivier in het dorre land.
De ogen van god zijn anders dan de ogen van mensen en waarom doen we het eigenlijk zo dikwijls zo en niet anders? Waarom kijken we altijd naar iemands verleden, naar iemands fouten, naar iemands afkomst. Is dat levenservaring, is het gemakzucht of egoïsme? Het lijkt erop dat er alleen met ogen van de buitenkant wordt gekeken. Mensen wordt hun verleden nagedragen, terwijl ze het misschien net aan het verwerken zijn. Jezus vraagt aan de schriftgeleerden of ze zelf geen verleden hebben, geen rugzakje met van alles nog erin en is het niet inderdaad zo dat we allemaal niet iets in onze rugzak hebben waarvan we liever zouden hebben dat het nooit gebeurd was. Jezus zegt tegen de vrouw: “ik veroordeel U niet, ga heen en zondig niet meer”. Met andere woorden: blijf niet vastzitten in het verleden, door alles wat er in je rugzakje zit erin gestopt door wie of wat dan ook. Maar maak je last op je rug maar wat minder. Ga rechtop lopen en ga vooruit zoals je bent met een glimlach op je gezicht en met rust en vrede in je hoofd. Je mag het opnieuw proberen steeds maar weer.
Aanhoor ons bidden God, wil ons vergeven en leer ons leven in vrede. Dat zongen we aan het begin. Het is de vertaling van het oude: Attende Domine, dat we van oudsher zingen in deze veertig dagen tijd. Leer ons leven in vrede met onszelf met onze naaste en met God zelf die ons onze fouten niet nadraagt, maar ons uitdaagt steeds opnieuw te beginnen. Het is een nieuwe weg door de woestijn, Het is iets nieuws. Het is al aan het kiemen. Het feest van het nieuwe leven, van Pasen zelf, mag dichterbij komen. Amen.
Jesaja, 43, 16 -21
Dit zegt de HEER, die een weg baande door de zee en een pad door machtige wateren, die paarden en wagens liet uitrukken, een heel leger van geweldenaars – daar lagen ze, en ze stonden niet meer op, ze zijn vergaan, als een kwijnende vlam gedoofd. Blijf niet staan bij wat eertijds is gebeurd, laat het verleden nu rusten. Zie, ik ga iets nieuws verrichten, nu ontkiemt het – heb je het nog niet gemerkt? Ik baan een weg door de woestijn, maak rivieren in de wildernis. De wilde dieren zullen mij eer bewijzen, de jakhalzen en de struisvogels, omdat ik water schep in de woestijn en rivieren in de wildernis; het volk dat ik heb uitgekozen, laat ik drinken. Dit is het volk dat ik mij gevormd heb, het zal mijn lof verkondigen.
Johannes, 8, 1-11
Jezus ging naar de Olijfberg, en vroeg in de morgen was hij weer in de tempel. Het hele volk kwam naar hem toe, hij ging zitten en gaf hun onderricht. Toen brachten de schriftgeleerden en de Farizeeën een vrouw bij hem die op overspel betrapt was. Ze zetten haar in het midden en zeiden tegen Jezus: ‘Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde. Mozes draagt ons in de wet op zulke vrouwen te stenigen. Wat vindt u daarvan?’ Dit zeiden ze om hem op de proef te stellen, om te zien of ze hem konden aanklagen. Jezus bukte zich en schreef met zijn vinger op de grond. Toen ze bleven aandringen, richtte hij zich op en zei: ‘Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen.’ Hij bukte zich weer en schreef op de grond. Toen ze dat hoorden gingen ze weg, een voor een, de oudsten het eerst, en ze lieten hem alleen, met de vrouw die in het midden stond. Jezus richtte zich op en vroeg haar: ‘Waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?’ ‘Niemand, heer,’ zei ze. ‘Ik veroordeel u ook niet,’ zei Jezus. ‘Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.’