Lidwina Best - Preek van de Week :: delen
Sinds 1998 is Pastor Richard Schreurs bezig met het schrijven en publiceren van zijn preken op het Internet. Deze grote inspanning heeft ertoe geleid dat we nu een fantastische hoeveelheid van meer dan 650 preken online kunnen presenteren. U kunt deze preken vanzelfsprekend gebruiken als inspiratie voor uw eigen overwegingen. We stellen het echter erg op prijs als u dan ook uw bronnen wilt vermelden (www.lidwina.nl) zodat meer mensen het prekenarchief hier online komen bezoeken.
delen
[ vorige | lijst | volgende ]
Auteur: Past. R.J. Schreurs
In je eentje op vakantie gaan heeft niet veel leuks in zich. Het is pas leuk als je tegen iemand kunt zeggen hoe mooi het uitzicht is of hoe warm het is. Als je thuis gekomen je enthousiaste verhalen kwijt kunt dan is dat meer dan nágenieten. Het is pas leuk als je het kunt delen; meedelen noemen we dat trouwens. Als je een goede boormachine hebt en je weet zeker dat je hem na het uitlenen weer heel terug krijgt, dan is dat heel leuk, zeker als er bij het terug bezorgen wordt gezegd wat voor een geweldige machine het is. Ook het delen van bezittingen is leuk. Daarmee is niet bedoeld: alles weggeven. Daarvan weet de ontvanger al gauw niet meer van wie het gekregen heeft en je hoort of ziet er nooit meer iets van. Bij delen hou je contact. De boel vermaken bij testament is daarom lang niet zo leuk als delen bij leven. Het kan zelfs bron van grote ruzie zijn. Als je hier in Brabant zegt dat de familierelaties zo goed zijn dan vraagt men wel eens: Hebben jullie al eens van een testament gedeeld? Daarom zeggen we ook: je kunt beter delen met een warme dan met een koude hand. Het enige wat ons dan weerhoudt is de twijfel of er nog genoeg over is voor de eigen oude dag of calamiteiten.
Voor degene die nogal wat heeft is het natuurlijk jammer om te moeten bedenken dat straks andere met je geld of bezit gaan lopen en in no time verkwanselen of opmaken waar je jaren voor hebt moeten werken. Ook wie zelf niet vergeet om te leven blijkt er vrijwel altijd nog een en ander te zijn overgebleven. Je werkt jarenlang om jezelf een goed pensioen te bezorgen. Als het eenmaal zo ver is ontdek je hoeveel je overhebt. Een enkele bejaarde hoor je zeggen: ik heb haast om het op te maken wat ik te veel heb. Een voordeel voor de tuinman, voor de schoonmaakster, voor die leuke neefjes en nichtjes en voor 1001 goede doelen. Wat is er mooier dan anderen te laten delen in je overvloed.
In de lezingen van vandaag wordt er op het gelovige volk een roep gedaan om te delen en er wordt gevraagd naar wat er op dat moment voor handen is. Als je dat in onze dagen zou vragen en men is tot delen bereid dan vragen we ook wat er voor handen is. Let maar op, degene die bereid is om te delen zal dan toch altijd wat minder opgeven dan hij feitelijk achter de hand heeft. Dat lijkt in die verhalen uit de Bijbel indertijd niet anders te zijn. Als de profeet, als Jezus dan aandringt om te delen gebeurt er een wonder: zelfs wat achter de hand gehouden werd, komt voor de dag.
Zouden wij nu zeggen: "Zo'n wonder verrichten kan ik ook"? O ja. Hebben wij zo veel invloed ook op hebberige medemensen - en misschien zijn wij dat zelf- dat ze werkelijk gaan delen? Als dat waar zou zijn dan is het wereldprobleem opgelost, want er is in het ene deel van de wereld zo veel overvloed dat er niet allen genoeg is voor de hele wereld, maar dat we nog over houden.
Er was dezer dagen een wereldhandelsconferentie, met een getouwtrek van jewelste. Nou, dat wonder mocht daar wel eens gebeuren. Het komt mij voor dat wij mensen zelf niet in staat zijn de hebberige harten en geesten een ommezwaai te laten maken.
Wij vieren hier bij herhaling de bereidheid van Jezus Christus om te delen en het feit dat wij in beginsel ook bereid zijn. Het echte wonder zal er zijn als die bereidheid een feit wordt. Hier past een gebed dat het dan tenminste met die volgende wereldhandelsconferentie iets mag worden en voor onszelf mag het meteen werken.
Evangelie volgens johannes 6,1-15
Jezus stak het meer van Galilea over, ook het meer van Tiberias genoemd. Een grote massa mensen volgde Hem omdat ze de tekenen gezien hadden die Hij aan de zieken verrichtte. Jezus trok het gebergte in en ging daar zitten met zijn leerlingen. Het was kort voor het Joodse paasfeest. Toen Jezus zijn ogen opsloeg
en zag dat er een massa mensen naar Hem toestroomde, zei Hij tegen Filippus: 'Waar zullen we brood halen om al die mensen te eten te geven?' Dit zei Hij bij wijze van proef; Hij wist zelf wel wat Hij ging doen. Filippus antwoordde: 'Zelfs als we voor tweehonderd denariën brood kopen, is dat niet genoeg om ieder ook maar een klein stukje te geven.' Een van zijn leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, merkte op: 'Er is hier een jongen die vijf gerstebroden en twee gedroogde visjes bij zich heeft; maar wat hebben we daaraan voor zo'n aantal?' Hierop zei Jezus: 'Zeg tegen de mensen dat ze moeten gaan zitten.'
Er was daar veel gras en ze gingen dus zitten; er waren ongeveer vijfduizend mannen. Daarop nam Jezus de broden, en na het uitspreken van het dankgebed
deelde Hij ze uit onder de aanwezigen, en zo ook de vissen, zoveel ze maar wilden.
Nadat ze volop hadden kunnen eten zei Hij tegen zijn leerlingen: 'Verzamel nu de overgebleven brokken, zodat er niets verloren gaat.' Ze verzamelden ze dus: twaalf korven vulden ze met brokken die van de vijf gerstebroden na de spijziging waren overgebleven. Bij het zien van het teken dat Jezus verricht had, zeiden de mensen: 'Dit is ongetwijfeld de profeet die in de wereld komen zou.' Omdat Jezus doorhad dat ze Hem met alle geweld gingen meenemen en tot koning uitroepen, trok Hij zich weer, geheel alleen, in het gebergte terug.