Sinds 1998 is Pastor Richard Schreurs bezig met het schrijven en publiceren van zijn preken op het Internet. Deze grote inspanning heeft ertoe geleid dat we nu een fantastische hoeveelheid van meer dan 650 preken online kunnen presenteren. U kunt deze preken vanzelfsprekend gebruiken als inspiratie voor uw eigen overwegingen. We stellen het echter erg op prijs als u dan ook uw bronnen wilt vermelden (www.lidwina.nl) zodat meer mensen het prekenarchief hier online komen bezoeken.
overgave
[ vorige | lijst | volgende ]
Auteur: Past. R.J. Schreurs (4e zondag vd Advent)
Onze welvaart lijkt een beetje te wankelen en dat is heel vervelend. Als er met onze lichamelijke gezondheid iets echt mis is, wankelt er nog veel meer en als er onze psychische gezondheid ontregeld is, dan lijkt de hele wereld om te vallen. Zo lang er met alles niets aan de hand is leven we voorbij aan de mogelijkheid dat het ook anders met ons kan gaan. In een gunstig geval laten we het tot ons doordringen dat er met het grootste deel van de mensheid van alles aan de hand is: onheil te over. De vraag dringt zich op: Hoe gaan we daar mee om? Daarin zijn de verschillen groot.
Wie de kletskoek heeft uitgevonden is onbekend, maar het “het komt allemaal goed” klinkt heel eigentijds. Het komt dikwijls helemaal niet goed en daarom is dit onzin. De opmerking “je moet vertrouwen hebben” is ook zoiets. Vertrouwen hebben betekent dat je er staat op kunt maken. Als je ziek bent mag je hopen dat het goed komt en dat mag groeien naargelang deskundigen zich erover buigen, maar dat is nog iets anders dan er staat op maken en zonder meer op rekenen. Godsvertrouwen is heel geschikt om een zorgelijke situatie het hoofd te kunnen bieden, maar dat is wel iets heel anders dan er staat op maken dat de Almachtige het wel even zal komen recht zetten.
Sommige menen dwingen respect af als we zien hoe zij hun lot weten te dragen. Vrouwen in verwachting gaan zorgvuldig om met hun gezondheid, maar laten verder alles over aan de natuur. Heel wat oude en zieke mensen nemen een zelfde houding aan. Dat noemen we gelatenheid, overgave.
Zo’n houding is absoluut niet vanzelfsprekend. Wie in de oorlog een dierbare heeft verloren weet dat het heel lang kan duren alvorens in zo’n verlies te kunnen berusten. Als je in een crisisperiode je baan verliest kun je met goed moed gaan solliciteren, maar als het niet lukt om werk te vinden, groeit er opstandigheid die lang kan duren. En toch kan er een houding van aanvaarding ontstaan: Het is niet anders; laat ik maar het beste van maken, laat ik maar doen wat overblijft om te doen.
Het evangelie van vandaag vertelt van een jong meisje dat overvallen wordt met een boodschap waar het absoluut geen raad mee weet. Maria zat er beslist niet op te wachten. Ze krijgt een taak toebedeeld met heel veel onzekere aspecten. Van het kind dat haar wordt toegeschoven wordt heel veel verwacht en daarmee ook van haar. Het is een overval. Als jong meisje zou je er ziek van worden. Maar Maria blijft overeind en de evangelist vertelt van een ideale moeder, als voorbeeld voor iedereen die door een onaangenaam bericht wordt verrast. Ze neemt haar lot zoals het komt. Ze laat het over zich komen en maakt er het beste van. “Gods wil geschiede”, zegt ze en dat zou iedereen in zo’n situatie kunnen zeggen.
Maria licht in de evangelie op als een voorbeeld voor iedereen die wordt neergedrukt door ziekte, tegenslag, slechte menselijke verhoudingen. Ook voor iedereen die zich angstig vastklampt aan geld, huis, vrienden of gezondheid. We weten dat niets van dit alles onaantastbaar is. Zoals Maria kunnen we er het beste van maken bij wat we ook verliezen, het nemen zoals het komt en van binnen zeggen: “Laat Gods wil maar geschieden”. Amen
Lucas 1,26-38
In de zesde maand werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, met de naam Nazareth, naar een jonge vrouw die verloofd was met een man genaamd Jozef, die uit het huis van David stamde; haar naam was Maria. De engel trad bij haar binnen en zei: 'Ik groet u, gezegende, de Heer is met u.' Zij raakte geheel in verwarring door wat hij zei en vroeg zich af wat deze begroeting te betekenen had. Maar de engel zei: 'Schrik niet, Maria, u hebt genade gevonden bij God. U zult zwanger worden en een zoon baren, die u de naam Jezus moet geven.
Hij zal een groot man zijn, en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd.
God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. Hij zal eeuwig koning zijn over het huis van Jakob,en aan zijn koningschap zal geen einde komen.' 'Maar hoe moet dat dan?' zei Maria tegen de engel. 'Ik heb geen omgang met een man.' De engel antwoordde haar: 'Heilige geest zal op u komen en kracht van de Allerhoogste zal u overdekken. Daarom zal het kind heilig genoemd worden, Zoon van God.
Bovendien, ook Elisabet, uw verwante, is op haar oude dag zwanger van een zoon; zij werd onvruchtbaar genoemd, maar zij is al in haar zesde maand. Want voor God is niets onmogelijk.' Toen zei Maria: 'Ik ben de dienares van de Heer; laat met mij gebeuren wat u gezegd hebt.' Toen ging de engel van haar weg.