Sinds 1998 is Pastor Richard Schreurs bezig met het schrijven en publiceren van zijn preken op het Internet. Deze grote inspanning heeft ertoe geleid dat we nu een fantastische hoeveelheid van meer dan 650 preken online kunnen presenteren. U kunt deze preken vanzelfsprekend gebruiken als inspiratie voor uw eigen overwegingen. We stellen het echter erg op prijs als u dan ook uw bronnen wilt vermelden (www.lidwina.nl) zodat meer mensen het prekenarchief hier online komen bezoeken.
de plicht van de rijke (noblesse” richesse oblige”)
[ vorige | lijst | volgende ]
Auteur: Past. R. Schreurs
Het zal u niet ontgaan zijn dat sommige mensen bijzonder ruim met geld en goed bedeeld zijn. Slechts een enkeling daarvan wil dat geheim houden. Het merendeel heeft de behoefte dat ook uit te stallen.
Dan vraag je je wel eens af: Hoe heeft hij of zij dat voor mekaar gekregen? Sommige rijken hebben veel gestudeerd. Andere hebben ontzettend hard gewerkt. Weer anderen hebben geweldig inzicht in zaken doen, hebben in opties of aandelen gehandeld of hebben in de sport of de kunst grote prestaties geleverd. Het spoor is dus uitgezet, gewoon volgen en dan lukt dat. Zo is het echter niet. Er zijn meer relatief arme geleerden dan rijke geleerden, er zijn mensen die hun hele leven zich uit de naad hebben gewerkt en alleen dankzij de huursubsidie een dak boven hun hoofd hebben, er zijn slimme zakenlui die ondanks hun slimheid tegen een faillissement aanlopen; van handel in opties en aandelen kun je straat arm worden; de ene kunstenaar is door het schrijven van één enkele song schatrijk geworden terwijl sommige begaafde componisten een boekenkast vol schreven en in het armengraf liggen; er zijn meer arme sportlui dan rijke. Onder degenen die het voor de wind gegaan is zijn er nogal wat te vinden die zijn gaan denken dat zij inderdaad veel geleerder, slimmer, begaafder en ijveriger zijn dan anderen. Maar dat idee bewijst alleen dat ze in elk geval dommer zijn dan de gemiddelde. Want het is met rijkdom als met een schip: Het moet goed ontworpen zijn, waterdicht en zo en met goede zeilen. Maar als het niet waaien wil gebeurt er niets of als het al te hard stormt is er geen redden aan. Het moet een mens voor de wind gaan, dat is het geheim!
Gelukkig zijn er rijke mensen die dat zijn blijven beseffen, de werkelijke verhoudingen niet uit het oog verloren zijn en nooit tot zelfoverschatting zijn gekomen. Menige stichting voor het goede doel is een initiatief van een van deze, dankzij hen worden scheefgetrokken maatschappelijke verhoudingen een eindje recht gezet. Hun rijkdom hebben ze als een mogelijkheid en een plicht opgepakt om de samenleving niet uit haar voegen te laten barsten, ze zijn echt blijven sámen-leven. Dat komt niet alleen voort uit pure goedheid, dat komt ook voort uit begrip voor de noodzaak voor henzelf en voor anderen.
Maar zo zijn ze niet allemaal, lang niet, te weinigen zelfs. Duizenden jaren geleden sprak de profeet Amos hen hartig toe: “Stomme idioten, jullie hebben niet in de gaten dat door jullie egoïstisch en egocentrisch gedrag de samenleving uit elkaar valt, dat anderen komen halen waar het te halen valt en dat is op de eerste plaats bij jullie. Doe er op tijd wat aan”!
Dat werd en wordt gezegd tot de rijken. Wie moet zich nu aangesproken voelen? Waar begint rijkdom? Dat is een vraag die ieder voor zich wel kan beantwoorden. OK, rijkdom is relatief, maar een mogelijkheid tot extra bijdrage aan de samenleving is er al gauw. Maar de idioot die denkt rijkdom alleen aan zichzelf te danken te hebben, moet daar maar eens vanaf. Dan kan het besef doorbreken dat rijkdom verplichtingen schept. Met een kleine variant klinkt dat in de Franse taal zo: richesse oblige.
Uit de profeet Amos 6, la.4-7
Dit zegt de almachtige Heer: 'Wee, de zorgelozen in Sion, de zelfverzekerden op Samaria's berg. Zij liggen op ivoren bedden en strekken zich uit op hun rustbanken; zij eten de lammeren van de kudde op en de kalveren uit de stal. Zij verzinnen maar liederen bij het getokkel van de harp, en denken dat hun speeltuig dat van David evenaart; zij drinken wijn uit brede schalen en zalven zich met de kostelijke olie, maar om Jozefs ondergang bekreunen zij zich niet. Daarom gaan zij als eersten de ballingschap in, en is het gedaan met de feesten van hen die daar liggen uitgestrekt'.