Sinds 1998 is Pastor Richard Schreurs bezig met het schrijven en publiceren van zijn preken op het Internet. Deze grote inspanning heeft ertoe geleid dat we nu een fantastische hoeveelheid van meer dan 650 preken online kunnen presenteren. U kunt deze preken vanzelfsprekend gebruiken als inspiratie voor uw eigen overwegingen. We stellen het echter erg op prijs als u dan ook uw bronnen wilt vermelden (www.lidwina.nl) zodat meer mensen het prekenarchief hier online komen bezoeken.
Met hart voor de kudde
[ vorige | lijst | volgende ]
Auteur: Past. R. Schreurs
Er zijn heel wat mensen die er voor zorgen dat onze samenleving een beetje op orde blijft en dat we ons daar veilig en gelukkig kunnen voelen. We hebben politici die beleid uitstippelen en opleggen, politie die zo goed en zo kwaad als dat gaat erop toeziet dat de wet gehandhaafd wordt en die de burger beschermt. We hebben managers die voor economische doeleinden en andere doeleinden mensen organiseren, we hebben directeuren die bedrijven en instellingen dirigeren, we hebben deskundigen op allerlei terrein die weten wat het beste is. Het is een kilometers lange lijst van mensen die aan de touwtjes trekken om de gewone burger de sprongen en grimassen te laten maken die hem en haar door het leven leiden.
Natuurlijk knipperen we met de ogen en klapperen we met de oren als ons wordt toevertrouwd dat er toch nog één soort ontbreekt aan dat leger van voorgangers en voorgangsters, namelijk: herders! Het lijkt alsof met het naar voren halen van dit soort figuren de geschiedenis wordt teruggedraaid. Want wat moet ik me daarbij voorstellen? Dan komt een oud lied naar boven over de “grote stille heide” waar de herder eenzaam ronddwaalde en hij breide ook nog één rechts en één averechts. Slechts weinigen hebben ooit een stille heide gezien en zelfs de jonge vrouw van tegenwoordig weet niet meer hoe rechts of averechts te breien om dus van een eenzame herder maar te zwijgen. Zwaar culturele mensen weten nog dat een pastorale, zoals de zesde symfonie van Beethoven, iets met zo’n herderlijk sfeertje te maken heeft. Wacht even, “herder” is dat niet de betekenis van het woord pastoor of pastor? Jawel, maar het gaat hier om de behoefte aan goede herders. Vandaag wordt voor ons nog even uitgelegd wat een goede herder is. Dat is iemand die weet te organiseren, die de goede richting aan kan geven, die bescherming biedt, die deskundig is en zo meer en die ook nog mag voorgaan in woord en gebed. Daar zijn we allemaal in voorzien, maar waar het bij een goede herder om draait is dat hij zijn mensen kent en daar wordt niet mee bedoeld dat hij een goed geheugen heeft, maar dat hij hart heeft voor zijn medemensen, dat het wel en wee hem ter harte gaat.
Inderdaad, een goede manager dient ook hart voor zijn mensen te hebben en een goede directeur ook en een goede politicus en goede politieagent en deskundige, idem dito. Toch zijn we ermee vertrouwd geraakt dat dat juist bij deze mensen ver te zoeken is. Je mag wel pastoor of pastor heten ,maar als je dat niet hebt ben je in elk geval geen goede herder.
Hoe zit dat trouwens met onszelf, als echtgenoot, man of vrouw, als vader of moeder, als huisgenoot, als klasgenoot, Je kunt het zo gek niet denken of we hebben wel een taak of taakje in onze samenleving, om te dirigeren, te beschermen, te hoeden dus, enzovoorts. Zijn we daar tegelijk ook goede herder voor de mens en het mensje vlak naast ons?
Deze zondag heeft alweer eens zo’n plechtige titel: Roepingenzondag. In kerkelijke kringen wordt deze dag graag gebruikt om te wijzen op de roeping tot pastoor of zoiets en inderdaad goede pastoors en pastors zijn hard nodig, van dat soort mensen die echt om mensen geven, maar die moeten dan toch geplukt zijn uit het grote veld van al die mensen die niet alleen hun taak vervullen, maar die dat doen met hart en ziel, vol liefde voor hun medemens. Goede herders dus. Zijn wij die mensen? Moge het zo zijn( Amen).
Uit het evangelie volgens Johannes 10, 11-18 In die tijd sprak Jezus tot zijn leerlingen: 'Ik ben de goede herder. De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen. Maar de huurling, die een herder is en geen eigenaar van de schapen, ziet de wolf aankomen, laat de schapen in de steek en vlucht weg; de wolf rooft ze en jaagt ze uiteen. Hij is dan ook maar een huurling en heeft geen hart voor de schapen. Ik ben de goede herder. Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen. Ik heb nog andere schapen die niet uit deze schaapstal zijn. Ook die moet ik leiden en zij zullen naar mijn stem luisteren en het zal worden: één kudde, één herder. Hierom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik mijn leven geef om het later weer terug te nemen. Niemand neemt Mij het af maar Ik geef het uit Mijzelf, Macht heb Ik om het te geven en macht om het terug te nemen: dat is de opdracht die Ik van mijn Vader heb ontvangen'.