Sinds 1998 is Pastor Richard Schreurs bezig met het schrijven en publiceren van zijn preken op het Internet. Deze grote inspanning heeft ertoe geleid dat we nu een fantastische hoeveelheid van meer dan 650 preken online kunnen presenteren. U kunt deze preken vanzelfsprekend gebruiken als inspiratie voor uw eigen overwegingen. We stellen het echter erg op prijs als u dan ook uw bronnen wilt vermelden (www.lidwina.nl) zodat meer mensen het prekenarchief hier online komen bezoeken.
leiding
[ vorige | lijst | volgende ]
Auteur: Richard Schreurs
zondag 1 september 2013
(22e d.h.jaar)
leiding
In een gelovige gemeenschap als de onze is het van belang om voortdurend mensen te vinden die enige leiding kunnen en willen geven om de club bij elkaar te houden.
De vraag is: Hoe vind je die?
Dan kijken we even naar het bedrijfsleven.
Hoe doen ze dat daar?
Die plaatsen bijvoorbeeld een advertentie.
Gevraagd: Een allround manager met brede theoretische achtergrond en ruime ervaring, creatief, dynamisch en sterk in de omgang met collega's en mensen van de werkvloer, flexibel, daadkrachtig en met sympathieke uitstraling.
Het is duidelijk, deze advertentie vraagt naar een duizendpoot met de meest fantastische eigenschappen.
Degene die meent deze eigenschappen allemaal te hebben moet een hoge eigendunk hebben, maar één eigenschap dient hij of zij in elk geval niet te hebben: bescheidenheid.
Maar wij willen graag iemand die een beetje bescheiden is.
Het is prettig om met bescheiden mensen om te gaan.
Je hoeft voor hen niet op je tenen te lopen, je mag zijn wie je bent, je hoeft niet bang te zijn aan de kant te worden geschoven of te worden overbluft.
Dat is waar en toch vraagt onze samenleving niet naar bescheiden mensen want die melden zich zeker niet op zo'n advertentie.
Iemand met een beetje talenten wordt al gauw aangespoord niet te bescheiden te zijn en daarbij sluit een Duits spreekwoord aan: Bescheidenheit ist eine Zier, doch weiter kommt man ohne ihr,
bescheidenheid siert de mens, maar zonder die deugd schop je het verder.
In het evangelie komen we meteen mensen tegen die willen voorkruipen.
Als we de geschiedenis van het christendom doorlopen blijkt dit een hooggeprezen maar vaak ver verwijderd ideaal te zijn, in het leven van de gewone burger, maar zeker ook in dat van hoogwaardigheidsbekleders.
De hoed die zij zichzelf op het hoofd zetten kon niet hoog genoeg, dat werd een mijter; de kroon die zij zichzelf toe bedachten had aan één verdieping niet genoeg.
Dat werd de tiara Het leven van toen en nu hangt aan elkaar van ellebogenwerk, van praalzucht en opschepperij.
Ja, het is moeilijk bescheiden te wezen.
Maar er zijn natuurlijk ook mensen met een mijter of een tiara die bescheiden zijn.
Gelukkig zijn er niet-christenen, maar ook christenen die dat ideaal koesteren en die het ook lukt ernaar te leven.
Jezus zelf is er alweer een uitgesproken voorbeeld van.
Hij maakt ons erop attent dat we blij mogen zijn dat God zelf zo is, want anders hadden wij simpele mensen geen enkele kans.
Hij schuift niet zichzelf maar juist de zwakke naar voren, altijd weer.
Krachtdadige, zelfverzekerde en tegelijk bescheiden mensen, hoe kom je er aan?
De langste toespraken komen lang niet altijd van de slimste.
Het voordringen in het gemeentehuis of de bank wordt aardig teruggedrongen door het kaartje dat je moet trekken.
Die voorziening hebben we in de gelovige gemeenschap niet.
Het gaat er om oog te hebben voor mensen met talenten en die zijn soms al te terughoudend en bescheiden.
Voortrekkers hoeven niet volmaakt te zijn; we moeten ze kansen geven, zodat er telkens weer mensen komen boven drijven die het kunnen het willen: een beetje de zaak leiden. Amen.
Lucas 14,1.7-14.
Toen Hij op een sabbat het huis van een van de voornaamste Farizeeën binnenging om de maaltijd te gebruiken, hielden zij Hem voortdurend in het oog.
Daar Hij opmerkte, hoe de genodigden de voornaamste plaatsen aan tafel uitzochten, hield Hij hun de volgende gelijkenis voor:
Wanneer gij door iemand op een bruiloft wordt genodigd, ga dan niet aanliggen op de voornaamste plaats.
Het zou kunnen zijn, dat er door hem iemand is uitgenodigd die voornamer is dan gij,
en dat degene die u en hem genodigd heeft u komt zeggen: Sta uw plaats aan hem af.
Dan zoudt ge vol schaamte de minste plaats moeten innemen.
Maar ga, wanneer ge ergens genodigd wordt, op de minste plaats aanliggen.
Als degene die u heeft uitgenodigd dan komt, zal hij u zeggen: Vriend, ga wat hoger op. Zo zal u een eer te beurt vallen in het oog van allen die met u aanliggen.
Want al wie zichzelf verheft zal vernederd, en wie zichzelf vernedert, zal verheven worden.'
Hij zei ook nog, nu tot zijn gastheer: 'Wanneer gij een middag ? of een avondmaal geeft, nodig dan niet uw vrienden, broers en bloedverwanten uit en ook geen rijke buren.
Het zou kunnen zijn, dat zij op hun beurt u uitnodigen en gij het dus terugkrijgt.
Maar als ge een gastmaal geeft, nodig armen, gebrekkigen, kreupelen en blinden uit.
Gelukkig zult ge zijn, omdat zij het u niet kunnen vergelden.
Het zal u vergolden worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.'