Lidwina Best - Preek van de Week :: herder, koning ...
Sinds 1998 is Pastor Richard Schreurs bezig met het schrijven en publiceren van zijn preken op het Internet. Deze grote inspanning heeft ertoe geleid dat we nu een fantastische hoeveelheid van meer dan 650 preken online kunnen presenteren. U kunt deze preken vanzelfsprekend gebruiken als inspiratie voor uw eigen overwegingen. We stellen het echter erg op prijs als u dan ook uw bronnen wilt vermelden (www.lidwina.nl) zodat meer mensen het prekenarchief hier online komen bezoeken.
herder, koning ...
[ vorige | lijst | volgende ]
Auteur: Past. R.J. Schreurs
Zondag 20 november 2011Christus Koning
herder, koning,...
Op 31 december sluiten we het kalender jaar af om aan een nieuwe reeks van 12 maanden te beginnen.
Het is eigenlijk een willekeurige dag met toch een vast punt om van daar nog eens even terug te kijken en vooruit te zien.
Met deze zondag sluiten we het kerkelijk jaar af om een nieuwe reeks van kerkelijke zon- en feestdagen te beginnen en evenzeer geschikt om eens even achterom en vooruit te kijken.
Daar is in wezen elke dag geschikt voor, maar vandaag nodigt in het evangelie Jezus Christus ons uit om de balans op te maken en Hij wijst er op dat er ook nog eens een keer een volledige eindafrekening aankomt.
Hij confronteert ons met God, zijn en onze Vader met de vraag:”Je hebt Hem toch al eens eerder ontmoet mag ik hopen of heb je Hem genegeerd, ben je aan Hem voorbij gelopen, gedaan of je neus bloedde goed wetend dat je Hem uiteindelijk niet kunt ontlopen.” Dat zal toch niet!
Nou dat kan toch wel.
We worden voortdurend geholpen om aan heel veel voorbij te lopen, aan onze wereld die bewondering verdient en zorg vraagt, aan mensen die evenzeer bewondering en zorg verdienen.
Er wordt ons van alles aangeboden om vooral aan onszelf te denken, aan ons uiterlijk, ons huis, onze vakanties, auto en noem maar op.
En mochten we nog twijfelen aan het belang daarvan dan wordt ons verzekerd: “Je bent ’t waard”.
Het zal wel zo zijn, maar hoe kan die verkoper dat weten!
Dit mentale geweld heeft behoorlijk veel succes, maar gelukkig lang niet bij iedereen; Er zijn heel veel mensen die wel toekomen aan de ander, die met hun zorg voor die ander zeggen: ”Je bent ’t waard”.
En zo mogen we onze mensenwereld verdeeld zien in wat het in het evangelie schapen en bokken worden genoemd.
Let wel: het is niet aan ons om die onderverdeling te maken.
Wat heeft dit te maken met de ontmoeting met de God die onze oorsprong en bestemming is?
Jezus stelt Hem ons voor als degene waar we zelfs zonder het echt te willen zo gemakkelijk aan voorbij lopen en voorbij leven.
In alle godsdiensten wordt, soms uiterst voorzichtig, een beeld van God voorgehouden.
Bij de joden als degene die altijd met ons meetrekt of als een herder die over de mensenkudde waakt.
Hindoes en vele anderen zijn daar veel concreter in en hebben er de meest glorieuze afbeeldingen van.
Dan sta je na dit evangelie toch even te kijken als Jezus zegt dat God er uit ziet als een bedelaar, een veroordeelde, een zieke, een eenzame, een vreemdeling en daar zou je aan voorbij kunnen lopen.
Zijn we dan niet allemaal geschapen naar zijn beeld en gelijkenis?
Jawel, want zelfs de rijke heeft dikwijls een eigen armoede, bijvoorbeeld gebrek aan echte vriendschap, de gezonde zit in angst voor ziekte en ouderdom, de feestvierder mist de broodnodige rust.
Voor elke mens is er wel een reden waarom hij of zij aandacht verdient en waarom er niet aan voorbij gelopen moet worden. Natuurlijk is de nood bij de één veel hoger dan bij de ander, maar ze zijn allemaal: beeld van God.
Elke dag volop kans voor aandacht voor de ander.
Bij de afrekening staat de vraag: Je bent toch niet aan je medemensen voorbij gelopen. Dan ben je aan God voorbij gelopen. Je hebt Hem niet willen kennen.
Dan hoeft Hij jou ook niet te kennen, zegt Jezus.
Je hebt het aan jezelf, maar maak in ’s hemels naam de goede keuze.
Het is bedoeld als een aansporing.
Matteüs 25,31-46
Jezus zei tegen de leerlingen: 'Wanneer de Mensenzoon komt, bekleed met zijn heerlijkheid en rondom Hem alle engelen, dan zal Hij plaatsnemen op de troon van zijn heerlijkheid.
Alle volkeren zullen vóór Hem bijeengebracht worden, en Hij zal ze van elkaar scheiden, zoals een herder de schapen van de bokken scheidt.
De schapen zal Hij aan zijn rechterhand opstellen, de bokken aan zijn linkerhand.
Dan zal de koning tegen hen die aan zijn rechterhand staan zeggen: "Kom, gezegenden van mijn Vader, neem het koninkrijk in bezit dat vanaf het begin van de schepping voor jullie klaar ligt. Want ik had honger en jullie hebben Me te eten gegeven, ik had dorst en jullie hebben Me te drinken gegeven, ik was vreemdeling en jullie hebben Me opgenomen.
Ik was naakt en jullie hebben Me gekleed, ik was ziek en jullie hebben naar Me omgezien, ik zat in de gevangenis en jullie kwamen naar Me toe."
Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: "Heer, wanneer hebben we U hongerig gezien en U te eten gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven? Wanneer hebben we U als vreemdeling gezien en U opgenomen, of naakt en hebben we U gekleed? Wanneer hebben we U ziek of in de gevangenis gezien en zijn we naar U toe gekomen?"
De koning zal hun antwoorden: "Ik verzeker jullie, alles wat je voor één van deze minste broeders van Mij hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan."
Dan zal Hij zich ook richten tot hen die aan zijn linkerhand staan en tegen hen zal Hij zeggen: "Ga weg van Mij, vervloekten, naar het eeuwige vuur, dat aangelegd is voor de duivel en zijn engelen.
Want ik had honger en jullie hebben Me niet te eten gegeven, ik had dorst en jullie hebben Me niet te drinken gegeven, ik was vreemdeling en jullie hebben Me niet opgenomen, ik was naakt en jullie hebben Me niet gekleed, ik was ziek en zat in de gevangenis en jullie hebben niet naar Me omgezien."
Dan zullen ook zij antwoorden: "Heer, wanneer hebben we U hongerig gezien of dorstig of als vreemdeling of naakt of ziek of in de gevangenis en hebben we U niet geholpen?"
Dan zal Hij hun antwoorden: "Ik verzeker jullie, alles wat je niet voor één van deze minsten hebt gedaan, heb je ook niet voor Mij gedaan."
Zij zullen naar de eeuwige straf gaan, maar de rechtvaardigen naar het eeuwige leven.'