Sinds 1998 is Pastor Richard Schreurs bezig met het schrijven en publiceren van zijn preken op het Internet. Deze grote inspanning heeft ertoe geleid dat we nu een fantastische hoeveelheid van meer dan 650 preken online kunnen presenteren. U kunt deze preken vanzelfsprekend gebruiken als inspiratie voor uw eigen overwegingen. We stellen het echter erg op prijs als u dan ook uw bronnen wilt vermelden (www.lidwina.nl) zodat meer mensen het prekenarchief hier online komen bezoeken.
de hemel in geprezen
[ vorige | lijst | volgende ]
Auteur: Past. R.J. Schreurs
Elk jaar tegen Koninginnedag staan er in ons land enkele duizenden medeburgers in het gelid om een of ander onderscheidingsteken te ontvangen. Het zijn dikwijls mensen die daar eigenlijk helemaal niet op uit zijn geweest, maar het zijn anderen die vinden dat zij zich verdienstelijk hebben onderscheiden en die hen hebben voorgedragen. Dat moet een jaar of meer van tevoren worden aangevraagd, want er komt een hele papierwinkel aan te pas, maar dat heeft men graag over voor zulke mensen. Bij de uitreiking worden hun persoonlijke verdiensten in het kort vermeld. Dan blijkt dikwijls dat zij eigenlijk representant zijn van een grote groep met dezelfde verdiensten. Maar ja, je kunt natuurlijk niet al die anderen tegelijk daar voor optrommelen. Het is niet per se zo dat de representant nog meer heeft gepresteerd dan al die anderen. Naar de persoon van die ene man of vrouw wordt de waardering en dankbaarheid uitgedrukt voor al die anderen. Laten we het een idool noemen. Met die ene willen we ook al die anderen een eind de hemel in prijzen.
En zo komen we bij de betekenis van deze dag waarop gevierd wordt dat Maria, de moeder van Jezus Christus, niet alleen als een soort geest, maar helemaal zoals ze was, in de eeuwigheid bij God is opgenomen. Dat is niet gebeurd omdat wij haar de hemel in hebben geprezen. Wij mensen hebben daar nu eenmaal niets over te vertellen. Wij mogen voor dragen; de eigenlijke toekenning komt God zelf toe.Toch zijn we er zeker van dat het zo is omdat ons Godsgeloof erop doet vertrouwen dat wie leeft zoals zij en zoals haar zoon Jezus Christus, dat zo iemand door de Eeuwige God voor het eeuwig geluk bewaard blijft. Dat hebben christenen al vanaf het begin zo gevonden en gevierd. Als je de moeder bent van een zoon zoals Jezus dan ben je toch een bijzonder iemand, want zoals Hij was dat had hij toch van geen vreemde. Zijn geloof, zijn godsvertrouwen, zijn menslievendheid en al die gaven van de geest die heeft zij toch minstens voor een deel aan Hem door gegeven.
En dat brengt ons bij al die andere vrouwen die aan hun kinderen of aan anderen dat ook doorgeven tot op de dag van vandaag. We weten het maar al te goed wat er aan geduld en volharding van moeders wordt gevraagd. In onze tijd is het er niet gemakkelijker op geworden. Je hebt je voorbereid op een positie in de samenleving en dan komt er een kind. Het is een hele kunst om verworven kennis en kunde minstens voor een deel te parkeren tot de kinders groot zijn, om toch niet achterop te raken voor straks, terwijl je heel wat nachturen uit de slaap wordt gehouden en de daguren overvol zijn voor de kinderen. Een goede rolverdeling maakt veel mogelijk, maar het meest primaire deel van de opvoeding is aan de moeder. Wij spreken onze moedertaal en geen vadertaal, dat is niet toevallig. Met Maria vieren we ze vandaag allemaal.
In 1950 is door de paus Pius XII plechtig verklaard wat christenen al eeuwen lang vonden. Zij hebben Maria en zoveel onbekende moeders en vrouwen de hemel in willen prijzen en de paus heeft toen gemeend dat plechtig te moeten verklaren dat wat wij wel niet kunnen bepalen, toch gebeurd is: Zij heeft bij God de erkenning gekregen die wij haar toewensen.
Als we kijken wat er in onze wereld en ook en vooral in Gods kerk door vrouwen wordt gedaan, ook al willen we mannen niet te kort doen, dan mogen we erop vertrouwen dat weer, zij die wij de hemel in prijzen om wat ze doen en deden, bij God dezelfde erkenning zullen krijgen. Ook onder ons mensen is er nog ruimte genoeg voor wat meer erkenning. Voor sommige feestelijke gelegenheden leerden we als kind vroeger een versje van buiten. Zouden we dat versje voor Maria vandaag nog eens proberen? “Wees gegroet . . . .”
Lucas 1,39-56
Na enkele dagen vertrok Maria met spoed naar het bergland, naar een stad van Juda. Zij ging het huis van Zacharias binnen, en begroette Elisabet. Meteen toen Elisabet de begroeting van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot. Elisabet werd vervuld met heilige Geest. Ze schreeuwde het uit en riep: 'Gezegend ben jij onder de vrouwen,en gezegend is de vrucht van je schoot. Waar heb ik het aan te danken dat de moeder van mijn Heer bij mij komt? Op het moment dat je groet bij mij in de oren klonk, sprong het kind van blijdschap op in mijn schoot. Gelukkige vrouw, zij die gelooft! Wat haar namens de Heer is gezegd, zal in vervulling gaan.'
Daarop zei Maria: 'Met heel mijn hart roem ik de Heer, met al mijn adem juich ik om God, mijn redder; want Hij heeft omgezien naar zijn vernederde dienares. Voortaan prijzen alle generaties mij gelukkig, want grote dingen heeft de Machtige met mij gedaan. Heilig is zijn naam, barmhartig is Hij, iedere generatie weer, voor wie Hem eerbiedigen. Hij heeft de kracht van zijn arm getoond, wie zich verheven waanden, heeft Hij uiteengeslagen. Machthebbers heeft Hij van hun troon gehaald,vernederden gaf Hij een hoge plaats. Hongerigen overlaadde Hij met het beste, rijken heeft Hij met lege handen weggestuurd. Hij heeft het opgenomen voor Israël, zijn knecht,
indachtig de barmhartigheid die Hij, zoals aan onze vaderen toegezegd,
bewijzen wil aan Abraham en zijn nageslacht, voor eeuwig.' Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar; toen keerde ze naar huis terug.