Lidwina Best - Preek van de Week :: niet zomaar een droom
Sinds 1998 is Pastor Richard Schreurs bezig met het schrijven en publiceren van zijn preken op het Internet. Deze grote inspanning heeft ertoe geleid dat we nu een fantastische hoeveelheid van meer dan 650 preken online kunnen presenteren. U kunt deze preken vanzelfsprekend gebruiken als inspiratie voor uw eigen overwegingen. We stellen het echter erg op prijs als u dan ook uw bronnen wilt vermelden (www.lidwina.nl) zodat meer mensen het prekenarchief hier online komen bezoeken.
niet zomaar een droom
[ vorige | lijst | volgende ]
Auteur: Hans vd Laar (2e zondag 40-dagentijd)
Iedereen droomt. De meesten doen dat vooral ’s nachts tijdens hun slaap. Kinderen dromen van koningen en prinsessen. Dat zijn de meest fantastische dromen, want in je dromen kun je zijn en worden wie je wilt. Voor kinderen zijn dromen veel meer werkelijkheid dan voor volwassenen. Volwassenen beginnen al gauw te roepen, dat dromen bedrog zijn. Wie weet komt dat door de droom zelf, of door degene, die de droom heeft.
Een van de oerpsychologen: Sigmund Freud onderzocht bij zijn patiënten hoe en wat zij droomden en baseerde er zijn theorie op over hoe mensen in elkaar zitten. De droom komt uit het onderbewuste en maakt dat op een of andere manier bewust.
Soms heb je een nachtmerrie: Je droomt dat je liefste weggelopen is of dood; je droomt van ongelukken of dat je heel hard valt. Je wordt dan angstig wakker en als je jezelf realiseert dat je gedroomd hebt, neemt de spanning langzaam af. Sommigen doen dromen af als fabeltjes en anderen nemen dromen heel serieus. Ze maken deel uit van de beleefde werkelijkheid.
In de Bijbel, onze Heilige Schrift wordt heel wat af gedroomd. Abraham in de eerste lezing valt na een heftige nacht, waarin hij God heeft ervaren, in een diepe slaap. Dan staat er: hevige angst en diepe duisternis overvielen hem. Eerst voelt hij dat Jahwe heel dicht bij hem is en later voelt hij zich alleen gelaten en in verwarring. Zo gaat dat met dromen. Maar Abraham voelt dat de belevenissen van die nacht niet zomaar dromen zijn. Ze staan veel dichter bij de werkelijkheid en de waarheid dan gewone dromen. Het wordt een visioen. Het is een belofte waaraan Abraham zelf aan mee moet werken. Hij moet er in geloven en hij moet er mee aan de slag en zo wordt hij aartsvader van het Joodse volk.
In het evangelie zijn Petrus en de anderen overmand door slaap en als ze wakker worden zien ze Jezus samen met Mozes en Elia. Ook hier kunnen we ons afvragen: is het nu droom of werkelijkheid. We kunnen in elk geval zeggen dat het voor Petrus en de andere leerlingen waarheid is geworden. Het wordt voor hen een van de momenten, waarop het hen duidelijk wordt, dat Jezus hun rabbi, op een bijzondere manier verbonden is met God en dat zijn boodschap, zijn woorden leidraad worden in hun leven. Aan het einde van de lezing staat er ook, dat ze er tegenover anderen maar het zwijgen toededen. Ze vertelden niemand wat ze hadden gezien. Soms zijn belevenissen zo bijzonder, dat je ze amper kunt vertellen aan anderen. Dan zeggen ze hoogstens: dat kan nooit echt gebeurd zijn of: je zult het wel gedroomd hebben. Voor de leerlingen en misschien ook voor ons is de boodschap van Jezus levensecht geworden. Geweld en oorlog zijn misschien wel de werkelijkheid van deze dag, maar ze zijn niet de waarheid. Dromen zijn misschien niet echt gebeurd of reëel, maar ze kunnen je leven wel op een nieuw spoor zetten. Het bestaan van Liefde is misschien niet wetenschappelijk aan te tonen, maar je kunt het wel uitdragen en Herman Finkers zei in zijn cabaretprogramma, dat zolang niet bewezen is dat de hemel niet bestaat, hij blijft geloven dat de hemel wel bestaat.
Geen werkelijkheid hier en nu, maar wel waarheid waaraan we met zijn allen, niemand maar dan ook niemand uitgezonderd aan mogen blijven werken. Het is niet zomaar een droom. Het is een droom, die geen bedrog is en waarheid mag worden; beginnend in ons eigen hart.
Lc, 9,28-36
Ongeveer acht dagen nadat hij dit had gezegd ging hij met Petrus, Johannes en Jakobus de berg op om te bidden. Terwijl hij aan het bidden was, veranderde de aanblik van zijn gezicht en werd zijn kleding stralend wit. Opeens stonden er twee mannen met hem te praten: het waren Mozes en Elia, die in hemelse luister verschenen waren. Ze spraken over het levenseinde dat hij in Jeruzalem zou moeten volbrengen. Petrus en de beide anderen waren in een diepe slaap gevallen; toen ze wakker schoten, zagen ze de luister die Jezus omgaf en de twee mannen die bij hem stonden. Toen de mannen zich van hem wilden verwijderen, zei Petrus tegen Jezus: ‘Meester, het is goed dat wij hier zijn, laten we drie tenten opslaan, een voor u, een voor Mozes en een voor Elia,’ maar hij wist niet wat hij zei. Terwijl hij nog aan het spreken was, kwam er een wolk aandrijven, die een schaduw over hen wierp; ze werden bang toen de wolk hen omhulde. Er klonk een stem uit de wolk, die zei: ‘Dit is mijn Zoon, mijn uitverkorene, luister naar hem!’ Toen de stem verstomd was, was Jezus weer alleen. Ze zwegen over het voorval en vertelden in die tijd aan niemand wat ze hadden gezien.