Sinds 1998 is Pastor Richard Schreurs bezig met het schrijven en publiceren van zijn preken op het Internet. Deze grote inspanning heeft ertoe geleid dat we nu een fantastische hoeveelheid van meer dan 650 preken online kunnen presenteren. U kunt deze preken vanzelfsprekend gebruiken als inspiratie voor uw eigen overwegingen. We stellen het echter erg op prijs als u dan ook uw bronnen wilt vermelden (www.lidwina.nl) zodat meer mensen het prekenarchief hier online komen bezoeken.
vuur in het leven
[ vorige | lijst | volgende ]
Auteur: Hans vd Laar (20ste zondag jaar C)
Bijna iedereen zal er wel eens last van hebben…. Je hebt geen zin om naar je werk te gaan. Niet eens zin om op te staan. Waarom doe ik het eigenlijk allemaal vraag je jezelf op zo’n moment af. Op een normale dag gat het allemaal prima. Je hebt er tegenwoordig zelfs een woord voor: een baaldag. Het vuur is even uit. Het lukt niet en gaat ook niet gemakkelijk lukken.
De ijssalon. Jaren een prima zaak met elke dag vers ijs: nieuwe soorten, nieuwe smaken, maar de sleet is erin geraakt. Dat kun je merken. De vitrine ziet er niet meer zo mooi uit als eerst. Het is elke dag: aardbei en vanille en regelmatig hangt er het bordje gesloten. Zelfs al staat de zon hoog aan de hemel. Het vuur is er uit. Met ijs misschien ook wel verstandig om het vuur niet te hoog te zetten, maar toch… ook bij ijsbereiding is vuur- en geestkracht nodig.
Jarenlang was er een heel actieve vredesbeweging in Nederland en nu hoor je er niets meer van. Is het vuur eruit… Het zal toch niet zijn dat er overal vrede is en ze zichzelf hebben opgeheven. Vast niet.
De profeet Jeremia had een prima boodschap. Het volk moest zich bekeren tot het goede. Het was maar een bende in het land. Liefdeloosheid, losbandigheid, machtsmisbruik en geweld…het was aan de orde van de dag. Jeremia kwam er tegen in opstand: Hij verkondigde boodschap van Jahwe: gerechtigheid moest er geschieden, maar ook aan zijn vuur- en geestkracht wordt een einde gemaakt en op verzoek van de machthebbers wordt hij gevangen genomen en in een put geworpen. Daar zakt Jeremia samen met zijn vurige boodschap langzaam weg in de modder. Het is het verhaal van hoe het soms gaat met geestdriftige mensen met actieve profeten. Er wordt hen de mond gesnoerd. Bij Jeremia komt er hulp van onverwachte zijde van de koning zelf. Bij hem is er op een of andere manier een vuurtje blijven branden en hij laat Jeremia uit de put halen want hij realiseert zich dat zonder profeten die kritisch zijn op de samenleving, die het recht willen houden,
Die de goede weg zien van Liefde en van vrede, dat zonden hen de samenleving een gezapig zootje wordt, waarin alleen maar geld en goed en macht en aanzien tellen. Zo blijft Jeremia en ook het woord van God leven. In het evangelie spreekt Jezus ook over dat vuur. Hij zegt: Ik kwam om vuur op de aarde te brengen en wat zou ik graag willen dat het al brandde. Ook Jezus ziet dat zijn boodschap van het rijk van God nog lang niet genoeg leeft. Dat mensen dat vuur van het geloof snel vergeten. Dat gezapigheid zo gemakkelijk hoogtij viert.
Ook in onze kerk in onze parochie mag, nee moet, dat vuur van het rijk Gods blijven leven, moeten we niet verworden tot een levenloze doodse organisatie maar tot een kerk van levende stenen, die een boodschap hebben aan elkaar, aan de boodschap van Christus, aan het rijk van God dat gerealiseerd moet worden beginnend hier op aarde. In ons eigen leven moeten we dat vuur brandend houden, maar ook in onze parochie, in onze kerk moeten we steeds weer proberen nieuwe wegen te vinden om hartverwarmende activiteiten te ontplooien om de boodschap van het evangelie ingang te doen laten vinden. Natuurlijk kost dat ons modderige voeten zoals Jeremia dat overkwam, maar er is ook altijd het vertrouwen dat God zelf bij ons is en blijft en ons vuur gaande houdt.
Jeremia, 38, 4/10
De raadsheren zeiden tegen de koning: ‘Die man moet ter dood gebracht worden. Door zulke dingen te zeggen ondermijnt hij immers het moreel van de inwoners en van de soldaten die hier nog overgebleven zijn. Hij heeft niet hun behoud voor ogen, maar hun ondergang.’ 5 Koning Sedekia antwoordde: ‘Doe met hem wat je wilt; ik kan jullie niet tegenhouden.’ 6 Ze brachten Jeremia naar de waterkelder van prins Malkia, in het kwartier van de paleiswacht, en lieten hem aan touwen zakken. In de put stond geen water meer; er was alleen modder, waarin Jeremia wegzakte. 7 Ebed-Melech, een hoveling afkomstig uit Nubië, hoorde daarvan. Hij bevond zich in het koninklijk paleis, terwijl de koning zitting hield in de Benjaminpoort. 8 Ebed-Melech verliet het paleis, ging naar hem toe en zei: 9 ‘Mijn heer en koning, het is misdadig dat deze mannen Jeremia in een waterkelder hebben gegooid. Waarom moet hij juist daar van honger omkomen? Elders in de stad is ook geen brood meer.’ 10 De koning beval Ebed-Melech: ‘Ga met dertig man naar die waterkelder en haal Jeremia naar boven, voordat hij sterft