Sinds 1998 is Pastor Richard Schreurs bezig met het schrijven en publiceren van zijn preken op het Internet. Deze grote inspanning heeft ertoe geleid dat we nu een fantastische hoeveelheid van meer dan 650 preken online kunnen presenteren. U kunt deze preken vanzelfsprekend gebruiken als inspiratie voor uw eigen overwegingen. We stellen het echter erg op prijs als u dan ook uw bronnen wilt vermelden (www.lidwina.nl) zodat meer mensen het prekenarchief hier online komen bezoeken.
Genezers
[ vorige | lijst | volgende ]
Auteur: Past. R.J. Schreurs (5e zondag jaar B)
Een genezer is iemand die een ander beter kan maken. Dat kan binnen de reguliere geneeskunde of alternatief, dat doet er niet toe. We staan er niet zo bij stil, maar beter maken zegt eigenlijk alleen dat er verbetering is en dat is nog lang niet hetzelfde als helemaal gezond. Als het om onze gezondheid gaat is volop werk aan de winkel. Dat kunnen we op maken uit de stijgende ziektekosten, uit het groeiende aantal specialisten en steeds meer alternatieve geneesheren en geneesvrouwen. Toch gaan die nog maar over een klein gedeelte van wie of wat er allemaal te verbeteren valt. Wereldwijd bekeken is de opgave nauwelijks of niet te overzien.
De verhoudingen tussen arm en rijk zijn bepaald niet gezond en het gaat er per dag niet beter mee, maar slechter. In Nederland zouden de dijken verbeterd moeten worden om toekomstig overstromingsgevaar te kunnen blijven indammen. In ons eigen Best heeft elk van de politieke partijen verbeterwensen geformuleerd. Aan onze persoonlijke leefregels kan ook heel wat verbeterd worden om te ontkomen aan kanker, hart- en vaatziekten en meer van dat. Verder zijn onze verhoudingen naar ouders, broers, zussen, collega's en kennissen ook niet allemaal zo blakerend van gezondheid. De vraag naar genezers is dus buitengewoon groot, veel groter dan wat b.v. de artsenvereniging in de aanbieding heeft. Wereldgenezers gevraagd, maar hoe kom je er aan? Ze waren en zijn er natuurlijk wel, maar de vraag naar collega's is dringend.
Toen de Romeinen het godsvolk in een ijzeren greep hielden werd Jezus van Nazareth begroet als de Messias, degene die verbetering zou komen brengen in een uitzichtloze situatie. De evangelisten beschrijven Hem in hun verhalen als de Redder en doen dat in de vorm van genezingsverhalen. Jezus treedt de situatie niet tegemoet met de verkondiging dat tot God bidden genoeg is om genezing te bewerkstelligen. Hij reikt de hand en helpt opstaan. Menigmaal richt Hij zijn blik eerst ten hemel en bidt om hulp, om medegenezers zoals de apostelen en nog veel meer mensen. Hij bidt dat harten zich openen voor medemensen, dat Gods geest mag neerdalen vooral in degenen die in staat zijn mensen en situaties beter te maken. Hij bidt om moed en dat de laksheid mag omslaan in daadkracht. Dat er mensen zullen zijn die helpen opstaan uit de verstikkende onderdrukking van het teveel. Dat er mensen zullen zijn die hun angst laten varen, maar vervolgens de toekomst niet voor zich uitschuiven. Genezers gevraagd en afgebeden allerwegen. Jezus zocht zijn medegenezers niet eens bij de heel slimme en deskundigen. Iedereen kan genezer zijn op het eigen terrein, meestal dichtbij dus.
Een paar weken geleden vroeg een bestuursvoorzitter van een groot overkoepelend orgaan van zorgverstrekkers: "Doen jullie vanuit de parochie ook aan vrijwilligerswerk in de zorg voor zieken, bejaarden en gehandicapten"? Hij was heel even vergeten dat in het grootste deel van de wereld de huidige professionele en betaalde zorg, onderwijs en opvoeding is opgezet vanuit de christelijke inspiratie. Uit die ontstane instellingen is de kerkelijke vinger uit de pap gehaald, maar de inspiratie, ja daar houden we ons nog steeds mee bezig, in onze kerkgebouwen en overal waar mensen daarvoor open staan. Er zijn best nog andere impulsen die tot die zorg aanzetten, maar vanuit het evangelie zullen we niet ophouden om genezers te werven. Ook vandaag niet.
uit het Evangelie volgens Marcus 1,29-39
Vanuit de synagoge ging Jezus regelrecht naar het huis van Simon en Andreas, samen met Jakobus en Johannes. De schoonmoeder van Simon lag met koorts op bed, en meteen spraken ze met Hem over haar. Hij ging naar haar toe, pakte haar bij de hand en liet haar opstaan. De koorts verliet haar en ze bediende hen.
's Avonds, toen de zon was ondergegaan, brachten ze allen bij Hem die ziek waren en die van de demonen te lijden hadden. Heel de stad was samengestroomd voor de deur. Hij genas vele zieken van allerlei kwalen, en Hij dreef veel demonen uit; Hij stond de demonen niet toe te spreken, omdat ze wisten wie Hij was. En in alle vroegte, het was nog nacht, stond Hij op, ging naar buiten naar een eenzame plaats en bleef daar bidden. Simon en zijn metgezellen gingen Hem achterna, en ze vonden Hem en zeiden tegen Hem: 'Iedereen zoekt U.' Hij zei hun: `Laten we ergens anders heen gaan, naar de dorpen in de buurt, zodat Ik ook daar kan verkondigen. Want met dat doel ben Ik weggegaan.' En hij ging in heel Galilea in hun synagogen verkondigen en dreef de demonen uit.