Sinds 1998 is Pastor Richard Schreurs bezig met het schrijven en publiceren van zijn preken op het Internet. Deze grote inspanning heeft ertoe geleid dat we nu een fantastische hoeveelheid van meer dan 650 preken online kunnen presenteren. U kunt deze preken vanzelfsprekend gebruiken als inspiratie voor uw eigen overwegingen. We stellen het echter erg op prijs als u dan ook uw bronnen wilt vermelden (www.lidwina.nl) zodat meer mensen het prekenarchief hier online komen bezoeken.
Vraagt God topprestaties?
[ vorige | lijst | volgende ]
Auteur: Hans van de Laar, Dertiende zondag door het jaar A
De meeste kinderen op de middelbare school zitten op dit moment midden in de proefwerkweek. Alle lessen worden opzij gezet en alle aandacht van de leerlingen, de leerkrachten en de ouders gaat naar die laatste testweek. Zet je sport en je muziek maar even opzijn. Zet er nog een tandje bij, want je wilt toch op het gymnasium blijven. Vergeet het uitgaan, je vriendje en noem maar op, want als je nu weer overgaat, scheelt het je een jaar.
Sommigen hebben dat leren niet in zich. Die zijn goed met kinderen. Een ongelofelijk geduld met 2 jarigen. Dat moet je gegeven zijn. Ze leren drinken uit een beker. Torens bouwen en weer om laten vallen. Ze laten merken dat ze er mogen zijn. Voor kinderverzorging of voor oppas heb je geen gymnasium nodig, maar moet je op heel veel gebieden heel wat in huis hebben. Sociale intelligentie heet dat volgens mij.
Andere jongeren gaan helemaal op in hun instrument. Ze komen na veel lessen en studie als jonge mensen op het concertpodium. Het sociale leven gaat op een laag pitje. Ze worden beroemd om hun spel, want ze zetten zich zondermeer in voor hun ideaal. Vingeroefeningen dag in en dag uit. Op tijd nar bed, goed uitrusten, niet uitgaan. Muziek maken is topsport. Alles loslaten om dit ene goed te doen. De top bereiken.
Sommigen hebben dat muzikale niet in zich, maar weten als geen ander
hoe ze om moeten gaan met asielzoekers hier in Nederland. Ik ken iemand die heeft er 33 onder zijn hoede. Hij geeft bijlessen aan hun kinderen, gaat met hen naar de rechter, wijst ze op hun rechten, maar ook op hun plichten in dit land. Leert de kinderen de Nederlandse taal, maar weet ook wat het woordje "oorlog" betekent in de taal van Iraniërs.
Als er soms niets meer te zeggen is, dan spreken ze nog dezelfde taal.
Vandaag moeten we goed uitkijken met het evangelie. De tekst ervan dreigt ons op een dwaalspoor te brengen. Het lijkt wel of er staat, dat je alles opzij moet zetten voor je geloof in God. Je ouders, je vrienden, je familie… Laat ze maar achter lijkt er te staan anders ben je mij niet waard. Zo lijkt geloven te worden als topsport of als het ingaan van een proefwerkweek of op het muziek maken op een concertpodium.
Maar in de boodschap van Jezus is het altijd weer net anders dan je denkt. Natuurlijk je moet je best doen voor je geloof. Je moet je geloof in God omzetten in daden, niet af en toe, maar steeds opnieuw, maar we zijn niet allemaal profeten, rechtvaardigen. We zijn niet allemaal topsporters in het geloof. Daarom gaat Jezus verder en zegt: Wie mij ontvangt, ontvangt God, wie een profeet ontvangt, krijgt het loon van een profeet en wie een rechtvaardige opneemt, krijgt het loon van een rechtvaardige en wie een leerling van mij een beker water geeft… ik verzeker jullie, zijn loon zal hem niet ontgaan.
Zoals je op verschillende gebieden intelligent kunt zijn, zo kun je ook op verschillende manieren je geloof belijden, beleven, uiten. Je kunt precies weten hoe een kind zich volgens de psychologie ontwikkelt, maar je kunt een kind ook met geduld en liefde uit een beker leren drinken. Je kunt natuurlijk muzikale hoogstandjes laten zien, maar je kunt ook heerlijk samen zingen al gaat het nog zo vals.
En zo is het met geloven ook. Er zijn profeten en rechtvaardigen, priesters en bisschoppen en noem maar op, maar wie een leerling van Jezus een beker water geeft... , maar wie een asielzoeker opneemt of Nederlands leert... Jezus verzekert het ons, zijn loon zal hem niet ontgaan. Allemaal mogen we kind van God zijn. Allemaal op onze eigen manier intelligent en gelovig. Van God houden is van mensen houden, iemand te drinken geven, delen met een ander mens, je bezorgd maken om een ziek kind, net zozeer als De Schrift lezen of aanhoudend bidden. Het gaat er niet om je af te vragen hoe gelovig iemand is, maar om er achter te komen: hoe iemand gelovig is of nog beter hoe je zelf gelovig wilt zijn. Dat vraagt zelfonderzoek en tijd. Vakantietijd misschien?