Sinds 1998 is Pastor Richard Schreurs bezig met het schrijven en publiceren van zijn preken op het Internet. Deze grote inspanning heeft ertoe geleid dat we nu een fantastische hoeveelheid van meer dan 650 preken online kunnen presenteren. U kunt deze preken vanzelfsprekend gebruiken als inspiratie voor uw eigen overwegingen. We stellen het echter erg op prijs als u dan ook uw bronnen wilt vermelden (www.lidwina.nl) zodat meer mensen het prekenarchief hier online komen bezoeken.
die goeie ouwe tijd
[ vorige | lijst | volgende ]
Auteur: Past. R. Schreurs
zondag 3 augustus (18e d.h. jaar B) Vakantietijd
die goeie ouwe tijd
Menigeen weet nog wel hoe het vroeger was in de plaats waar we vandaan komen of hoe het hier in Best was. Je kon gewoon in de leemkuilen zwemmen of in het kanaal, spelen in de hei en in stilstaande poelen zaten salamanders. Wat was het gezellig bij de olie- of carbidlamp. Prachtig die oude boerderijen en de trekpaarden in het weitje ernaast. Er was saamhorigheid en men wist van feest vieren. In vrijwel elke stad of dorp en dus ook in Best is er wel een boek uitgegeven waarin staat hoe mooi het leven was in het verleden. In een mooie droom zou men ernaar terug kunnen verlangen, maar dat verleden weer tot heden te maken is niet alleen onmogelijk, maar ook erg riskant. Want dat zwemwater van toen was echt niet zo schoon; over milieu werd niet gepraat. Het was donker en koud in die hutten die ze toen huizen noemden, af en toe rolde er een losgeraakt karrenwiel door de straat en als de carbidlamp al niet ontplofte, je rook de olie en carbid heel goed.
Is er dan niets van toen wat ook nu nog wel zou deugen? Natuurlijk wel. Die saamhorigheid bijvoorbeeld, dat rustige levenstempo, de stilte en nog veel meer. Heel wat goeds uit het verleden zou ook nu nog passen, maar heel veel ook niet. Het alleen maar idealiseren van het verleden werkt echter verlammend op de idealen voor het heden.
We lezen vandaag dat het godsvolk dat op weg was naar het beloofde land al heel gauw dat verleden begon te idealiseren toen het hun tegen zat in de woestijn waar ze doorheen moesten. In Egypte hadden de meesten genoeg te eten. Dat ze toen onderdrukt werden werd maar gauw eventjes vergeten. Ze wisten in Egypte precies wat ze te doen en te laten hadden, maar "bemin God en je naaste als jezelf" kwam daar niet in voor.
Die neiging om het verleden kritiekloos en nog mooier voor te stellen dan het was, die neiging bestaat in de grote kerkgemeenschap nog steeds. Die processies van vroeger, dat was nog eens wat! Maar geldt dat ook voor nu? De kerken zaten vol, maar zitten we nu nog verlegen om die zware sociale controle van toen? Paus, bisschoppen en pastoors wisten precies wat goed en wat verkeerd was, daar hoefde je dan verder dan niet over na te denken. Moeten we nu weer ophouden met zelf na te denken?Een beetje nostalgie is prima. Misschien kruipen daarom in deze vakantietijd heel wat mensen weer eventjes in een tent en prutsen wat met een gaspitje. Maar we gaan dat nostalgische vakantieleven toch niet terug halen naar het leven van alledag?
Binnen Gods kerk zijn er heel wat die zweren bij het verleden, met alle franje die erbij hoorde. Het zijn ook nog lang niet de slechtsten die de ontwikkelingen voor het heden voor de voet lopen, maar ze doen het wel. "Er is te veel van het verleden weggegooid", hoor je dan. Misschien is dat waar. Dan wordt het tijd om het goede weer voor de dag te halen: voor het gewone dagelijkse leven: die saamhorigheid, voor het gelovige leven is het al heel eenvoudig om uit te zoeken wat bewaard dient te worden. Die woorden en daden van Jezus die passen nog prima in het heden, die vrede, die gerechtigheid ook voor de zwaksten. Ook al voelen we ons nu soms een beetje in een woestijn neergezet, als we de richting van Jezus Christus aanhouden ligt toch het beloofde land voor ons open, niet de goeie ouwe tijd,maar de goeie nieuwe tijd. Moge wijzelf en velen met ons daartoe de moed vinden.
Lezing Uit het boek Exodus 16, 2-4.12-15
In die dagen, toen ze in de woestijn waren, begon heel de gemeenschap van de Israëlieten te morren tegen Mozes en Aäron. De Israëlieten zeiden tegen hen: 'Waren we maar door de hand van de Heer gestorven in Egypte, waar we bij de vleespotten zaten en volop brood konden eten. Jullie hebben ons alleen maar naar de woestijn gebracht om al deze mensen van honger te laten omkomen'. Toen sprak de Heer tot Mozes: 'Ik zal brood voor u laten regenen uit de hemel. De mensen moeten er dagelijks op uitgaan, en de hoeveelheid voor één dag verzamelen. Dan kan ik vaststellen of het mijn leiding wil volgen of niet. Ik heb het gemor van de Israëlieten gehoord. Dit moet ge hun zeggen:Tegen de avond kunt ge vlees eten, en morgenochtend zult ge volop brood hebben. Dan zult ge weten dat ik de Heer, uw God, ben'. En het was avond, toen kwartels kwamen aangevlogen, die neervielen over heel het kamp. De volgende morgen hing er dauw rondom het kamp. En toen deze was opgetrokken, lag er over de woestijn een fijne korrelige laag, alsof de grond met rijp was bedekt. De Israëlieten zagen het, en vroegen: 'Wat is dat?'. Ze wisten werkelijk niet wat het was. Mozes legde hun uit: 'Dit is het brood dat de Heer u te eten geeft'.