Sinds 1998 is Pastor Richard Schreurs bezig met het schrijven en publiceren van zijn preken op het Internet. Deze grote inspanning heeft ertoe geleid dat we nu een fantastische hoeveelheid van meer dan 650 preken online kunnen presenteren. U kunt deze preken vanzelfsprekend gebruiken als inspiratie voor uw eigen overwegingen. We stellen het echter erg op prijs als u dan ook uw bronnen wilt vermelden (www.lidwina.nl) zodat meer mensen het prekenarchief hier online komen bezoeken.
Laatste waarschuwing
[ vorige | lijst | volgende ]
Auteur: Past. R. Schreurs
Het beroep van leraar kent ontegenzeggelijk momenten ware vreugde. Vol trots laat je in de docentenkamer de werkstukken zien: briljant van opzet en inhoud, schitterende vormgeving. Of een verzameling dictees waarin niemand een “dt” heeft gezet waar het niet hoort. Prestaties van levensbelang en dat allemaal dankzij deze begaafde leraar. Maar op andere momenten ben je de razernij nabij: niemand wil je uitleg begrijpen, hebben niet eens gehoord wat je zei, zitten gezamenlijk te slapen. Dan zou je een leeuw het lokaal willen binnenduwen, eens kijken of er beweging in komt. Zou een handgranaat helpen? Maar natuurlijk doe je dat niet, want ze zijn met z’n allen best wel aardig en die veel te schaarse andere momenten zijn het waard om door te gaan.
Je bent op bezoek bij de buren en iemand komt vertellen dat de oudste zoon vastzit op het politiebureau. Bij een verkeersongeval is alcoholcontrole uitgevoerd. Hij bleek stomdronken. Dan komt het verhaal van de vele malen dat er iets fout is gegaan. Hoe vaak gevraagd of er nu eindelijk beterschap valt te verwachten? Geholpen met geld en goede raad. Is nu het moment niet aangebroken om de beschermende hand boven terug te trekken? Zou je hem niet in een emmer water willen soppen of erger? Dergelijke neigingen zijn heel menselijk als een kind aan de drugs is of een broer die bij herhaling je vrouw beledigd heeft, je moeder die je ten onrechte van diefstal verdenkt. Met al onze goede bedoelingen kan toch ons geduld op raken.
Je zult geen leraar of ouder of broer zijn, maar profeet. Die zet zich dag en nacht in voor de minst bedeelde, voor de miskende medeburger die bij geen enkele instantie iets voor mekaar krijgt, voor de vals beschuldigde die geen advocaat kan betalen, voor de zieke die dreigt afgevoerd te worden naar een of ander tehuis. Een profeet die zijn leven geeft om een beetje rechtvaardigheidsgevoel aan te kweken, een beetje vrede te stichten waar altijd ruzie dreigt en s’mensen blik wat meer op God wil richten om los te weken van alleen maar hier en nu en spullen en zeggenschap. Jesaja uit de eerste lezing van vandaag was er zo een en Jezus Christus uit de tweede lezing en zo heel veel mensen ook in onze tijd. Misschien hebben we in huis, op het werk, in onze eigen omgeving ook wel wat van die idealistische taken opgepakt. Natuurlijk zijn er momenten dat het aanslaat, al zijn dat er altijd te weinig. Natuurlijk kennen we die vreugdemomenten waarop er naar ons geluisterd wordt en er iets lijkt op te bloeien in relaties, in gedragingen. Maar er zijn ook momenten waarop we samen met die profeet Jesaja iets in ons opkomt van: bekijk het maar, laat de zaak hier maar inzakken, ik geef het op, ik stop ermee, de laatste waarschuwing is er geweest.
Dan zijn niet wij en ook niet die profeet het die het het langste volhouden. Dan herinneren we ons samen met die profeet dat in elk geval God met mensen anders doet. We weten uit de geschiedenis dat God van mensen ongelofelijk veel heeft moeten verdragen en nog moet verdragen van mensen die zijn kinderen, onze medemensen, te kort doen. Hij heeft het meegemaakt dat er niet eens naar Hem wordt geluisterd, niet naar de stem die Hij in ieder mensenhart gelegd heeft en die blijft roepen om gerechtigheid. Wij zouden allang de razernij nabij zijn geweest, Hij niet. Wij zouden allang hel en verdoemenis hebben afgeroepen over zulke mensen en hun gedrag. Hij niet.
Wordt het dan niet tijd dat wij eindelijk eens naar Hem luisteren en het net als Hij nooit opgeven. Niet omdat we alles goed vinden, maar omdat we Gods kinderen, onze medemensen, nooit laten vallen?
Uit de profeet Jesaja 5, 1-7
Ik wil zingen voor mijn vriend, zingen het lied van mijn vriend en zijn wijngaard.
Mijn vriend had een wijngaard, die lag op een vruchtbare helling.
Hij spitte hem om en maakte hem vrij van stenen, hij plantte er uitgelezen wingerden;
in het midden bouwde hij een toren en hij kapte er een perskuip uit.
Toen hoopte hij druiven te krijgen, maar de wijngaard gaf enkel wilde vruchten.
En nu, inwoners van Jeruzalem,mannen van Juda, nu moet gij de rechters zijn over mij en mijn wijngaard!
Wat had ik nog meer kunnen doen voor mijn wijngaard en heb ik voor hem niet gedaan?
Ik had op druiven gehoopt! Waarom geeft hij mij wilde vruchten?
Ik zal u dan nu vertellen, wat ik ga doen met mijn wijngaard.
Ik haal zijn omheining weg, dat hij kaalgevreten kan worden.
Ik maak zijn muren stuk, dat hij platgetrapt kan worden.
Ik maak van hem een verwilderd stuk grond; hij wordt niet langer gesnoeid
en met geen hak meer bewerkt; distels en dorens schieten er op,
en aan de wolken verbied ik hun regen op hem te laten vallen.
De wijngaard van de Heer der hemels macht is het huis Israël.