Sinds 1998 is Pastor Richard Schreurs bezig met het schrijven en publiceren van zijn preken op het Internet. Deze grote inspanning heeft ertoe geleid dat we nu een fantastische hoeveelheid van meer dan 650 preken online kunnen presenteren. U kunt deze preken vanzelfsprekend gebruiken als inspiratie voor uw eigen overwegingen. We stellen het echter erg op prijs als u dan ook uw bronnen wilt vermelden (www.lidwina.nl) zodat meer mensen het prekenarchief hier online komen bezoeken.
Pinksteren 2001
[ vorige | lijst | volgende ]
Auteur: Past. R. Schreurs
De meeste Nederlanders spreken Nederlands, maar daar is het ook zo'n beetje mee gezegd en dat is een groot probleem. Iemand met een talenknobbel moet die knobbel hevig aanspreken om Frans en Duits en Engels en Spaans en Grieks en Latijn te leren en daarmee is het probleem nog slechts voor een klein gedeelte opgelost, want er zijn nog eens anderhalf miljard Chinezen en bijna een miljard Indiërs. Het verschil in taal leidt voortdurend tot grote verwarring, misverstanden, ongelukken en ruzie. In de Bijbel staat daarover een mooi verhaal: Hoe het misging met het bouwen van een toren in Babel, vanwege de Babylonische spraakverwarring. Zelfs in een en hetzelfde land gaat het voortdurend mis; de rechterlijke taal is niet die van de bouwvakker of van de musicus of de dichter of de journalist. Er zijn echte noodoplossingen verzonnen: leer IDO of Esperanto, er is een universele vertaalmethode op de markt. Het werkt niet. Dan maar gebarentaal. Gaat ook meteen fout: een Nederlander die met een hand langs zijn oor zwaait bedoelt te zeggen dat het lekker is. Moet u in Spanje niet doen, ze denken dan dat u een oorvijg wilt geven en zo zijn er heel veel voorbeelden te geven.
Ook de Katholieke Kerk worstelt al eeuwen met het probleem en dezer dagen heeft de leiding in Rome het weer eens aangepakt, want ziet de eenheid bedreigd. De kern van haar visie is dat binnen de kerk het zou opgelost zijn als we allemaal het oud-Grieks, het Hebreeuws, het Aramees en het kerklatijn zouden gebruiken. Wat ze verzinnen zal een beetje helpen, voor eventjes en op enkele plaatsen.
Dan mag vandaag toch niet verzwegen worden dat er één dag geweest is of was het misschien maar één uur of was het 't begin van een lange ontwikkeling, waarop een taal werd aangereikt die elk taalprobleem deed verdwijnen. Dat was op het moment waarop de Geest Gods, de Geest die ook Jezus bezielde, oversloeg op apostelen, eerste leerlingen en de velen die met hen daarvoor open stonden. Welke taal dat was weten we onderhand wel: de dadentaal van goedheid voor de medemens. Als je een beetje opschuift op het strand om ook die buitenlander een plekje onder de zon te geven, dan mag je brabbelen wat je wilt, het zal worden verstaan als was het diens taal. Als je die oudere allochtoon een zitplaatsje aanbiedt, het zal als Turks, Marokkaans, Kongolees of wat dan ook in de oren klinken. Als je de schoffelplicht van die bejaarde in het appartement overneemt zonder een woord te zeggen het zal zelfs als muziek in de oren klinken. Och er zijn zoveel manieren om mensen om ons heen een beetje te laten opstaan, zeg maar "verrijzen", uit hun onmacht, hun verdriet, hun eenzaamheid enzovoort. Dat is spreken van Gods grote daden in mensenhanden opgepakt.
Op die Eerste Pinksterdag in Jeruzalem begrepen ze door die begeestering dat verrijzenis nu al moet beginnen om ooit definitief te kunnen doorzetten. Het is een universele taal, de taal van goedheid naar de medemens, die ook wij kunnen spreken als we die Geest van Jezus toelaten.Moge die taal vanaf vandaag weer door wat meer mensen gesproken worden. Door ons bijvoorbeeld.
Uit de Handelingen van de apostelen 2, 1-11
Toen de dag van Pinksteren aanbrak waren allen bijeen op dezelfde plaats. Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak en heel het huis waar zij gezeten waren was er vol van. Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette. Zij werden allen vervuld van de heilige Geest en zij begonnen te spreken in vreemde talen, naargelang de Geest hun te vertolken gaf. Nu woonden er in Jeruzalem joden, vrome mannen die afkomstig waren uit alle volkeren onder de hemel. Toen dat geluid ontstond liepen die te hoop en tot hun verbazing hoorde iedereen hen spreken in zijn taal. Zij waren buiten zichzelf en zeiden vol bewondering: 'Maar zijn al die daar spreken dan geen Galileërs? Hoe komt het dan dat ieder van ons hen hoort spreken in zijn eigen moedertaal? Parten, Meden en Elamieten bewoners van Mesopotamië, van Judea en Kappadocië, van Pontus en Asia, van Frygië en Pamfylië, Egypte en het gebied van Libië bij Cirene, de Romeinen die hier verblijven, joden zowel als proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken van Gods grote daden'.