Sinds 1998 is Pastor Richard Schreurs bezig met het schrijven en publiceren van zijn preken op het Internet. Deze grote inspanning heeft ertoe geleid dat we nu een fantastische hoeveelheid van meer dan 650 preken online kunnen presenteren. U kunt deze preken vanzelfsprekend gebruiken als inspiratie voor uw eigen overwegingen. We stellen het echter erg op prijs als u dan ook uw bronnen wilt vermelden (www.lidwina.nl) zodat meer mensen het prekenarchief hier online komen bezoeken.
Omgangsbedrog
[ vorige | lijst | volgende ]
Auteur: Past. R. Schreurs
Voor het dagelijks omgaan met elkaar maken we gebruik van een groot aantal vaste vormen: een vriendelijke groet gaat gepaard met een handdruk en/of een kus, we vragen: Hoe maakt u 't? en danken voor de belangstellende vraag. "Wat ze je er goed uit", "fijn dat u gekomen bent". We slurpen zo weinig mogelijk bij het drinken, laten de ander voorgaan, sturen met Kerst en Nieuwjaar een kaartje, we helpen in de jas, praten niet te hard en schreeuwen zeker niet. Duizend en een kleine manieren om de ander met respect te behandelen. Je kunt niet alles zelf verzinnen en dus maken we gebruik van vormen die zijn overgeleverd en diep ingesleten in wat wel eens "omgangscultuur" wordt genoemd. Het duurt een tijdje voor dat men daar in volleerd is, maar je hebt er tenslotte veel gemak van.
Aan pubers merk je dat een mens het niet van zichzelf heeft. Dat geeft wel eens wrijving en soms is dat niet op te lossen vooral als de jongelui in de gaten krijgen dat helaas maar al te vaak die vormen helemaal geen uiting zijn van respect, maar pure flauwekul, waarmee die ander waar men een hekel aan heeft een rad voor de ogen wordt gedraaid. De ontmoeting met een aperte lomperd is heel vervelend, maar wat te zeggen van iemand die overloopt van het zojuist genoemde omgangsbedrog? Daar raak je innerlijk van aan de kook. In alle religies en godsdiensten kent men vaste vormen voor het omgaan met het heilige en de Heilige, met God.
Rituelen noemen we die ook wel. We maken een kruisteken voor een moment van gebed, we zingen een lied van dank en vreugde om God die ons in Christus nabij is gekomen, we knielen en vouwen de handen. Het loopt over van de zinvolle rituelen, elk met een bijzondere kern. Kern van de handwassing is dat we van binnen een zuiver mens willen zijn, van de voetwassing op Witte Donderdag dat we dienstbaar willen zijn. Kern van de doop is dat je overgoten en doordrenkt wil zijn van Jezus' woord en daad. Dat is toch allemaal niet niks! En wat dacht u van het samen breken en delen van Jezus' brood en beker: "Kijk, die totale gave aan de medemens wil ik ook". Maar wat moet een echte puber er van denken als hij merkt dat zo'n schielijk kruisteken helemaal geen aanhef van enige verheven gedachte is en als de sonore stem niet voor Gods lof maar tot lof van zichzelf wordt aangewend, als er van dienstbaarheid geen sprake is, als de eerste H.Communie meteen zowat de laatste is of als de duizendste communie nog niet een keertje tot die medemens heeft gevoerd. We kennen plechtigheden met van alles er op en er aan, heel zinvol, heel mooi maar als het hart er niet in zit, als het loze woorden en gebaren zijn, dan moet het allemaal opnieuw ontmaskerd worden als omgangsbedrog van de ergste soort".
Deze felle bewoordingen heb ik niet zelf hoeven te bedenken. Het is de evangelieschrijver Marcus op wie ze zo veel indruk hebben gemaakt dat hij ze ons als van Jezus zelf heeft doorgegeven. Het stond al vermeld ver voor zijn tijd: "Dit volk eert mij, Jahweh God, met de lippen, maar hun hart is ver van mij". Omgangsbedrog! Zo ga je niet met God om, evenmin als met mensen. Goede gelegenheid om de kwaliteit van ons gedrag nog eens even na te lopen en te corrigeren.
Uit het evangelie volgens Marcus 7, 1-8.14-15.21-23
Eens kwamen de Farizeeën en enkele schriftgeleerden uit Jeruzalem bij Jezus tezamen, en ze zagen dat sommigen van zijn leerlingen met onreine, dat wil zeggen, ongewassen handen aten. De Farizeeën immers en al de joden eten niet zonder eerst de vingertoppen gewassen te hebben, daar ze vasthouden aan de overlevering van de voorvaderen; komen ze van de markt, dan eten ze niet voordat zij zich gereinigd hebben; zo zijn er nog vele dingen waaraan ze bij overlevering vasthouden: het afwassen van bekers, kruiken en koperen vaatwerk. Daarom stelden de Farizeeën en de schriftgeleerden Hem de vraag: ' Waarom gedragen uw leerlingen zich niet volgens de overlevering van de voorvaderen, maar eten zij met onreine handen?'. Hij antwoordde hun: 'Hoe juist heeft Jesaja over u, huichelaars, geprofeteerd! Zo staat er geschreven: Dit volk eert Mij met de lippen maar hun hart is ver van Mij. Zij eren Mij, maar zonder zin, en mensenwet is wat zij leren. Gij laat het gebod van God varen en houdt vast aan de overlevering van mensen!'. Daarop riep Hij het volk weer bij zich en sprak tot hen: 'Luistert allen naar Mij en wilt verstaan: niets kan de mens bezoedelen wat van buiten af in hem komt. Maar wat uit de mens komt, dat bezoedelt de mens. Want uit het binnenste, uit het hart van de mensen komen boze gedachten, ontucht, diefstal, moord, echtbreuk, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst. godslastering, trots, lichtzinnigheid. AI die slechte dingen komen uit het binnenste en bezoedelen de mens'.