Sinds 1998 is Pastor Richard Schreurs bezig met het schrijven en publiceren van zijn preken op het Internet. Deze grote inspanning heeft ertoe geleid dat we nu een fantastische hoeveelheid van meer dan 650 preken online kunnen presenteren. U kunt deze preken vanzelfsprekend gebruiken als inspiratie voor uw eigen overwegingen. We stellen het echter erg op prijs als u dan ook uw bronnen wilt vermelden (www.lidwina.nl) zodat meer mensen het prekenarchief hier online komen bezoeken.
Is dood dood?
[ vorige | lijst | volgende ]
Auteur: Hans van de Laar, zondag 13 maart 2005 (vijfde zondag van de 40 dagentijd, jaar A)
Dood is dood....
Dood is echt hartstikke dood zeggen sommige mensen, maar heel vaak hoor je toch ook andere geluiden.
Dood is dan niet zomaar dood, want –hoor ik nog een jonge meid zeggen-
Mijn vader, die overleden is, komt soms 's nachts bij me. Eerst was ze er bang voor, maar later vond ze het vooral fijn, dat hij er voor haar nog op een of andere manier was. De moeder van haar werd zelfs een beetje jaloers; kwam hij nog maar bij haar.
Nee, dood is niet zomaar dood. Al duizenden jaren lang zoeken mensen naar antwoorden op vragen die we allemaal hebben rond de dood. Ezechiël, de profeet, gelooft ook niet dat de dood het einde is. Net als het meisje, waar ik net van vertelde, heeft hij een visioen gehad. God zelf heeft tegen hem gezegd: "Ik zal uw graven openen en U uit de dood opwekken" en "ik schenk U mijn geest zodat U weer leeft en ik laat U op uw eigen grond wonen".
Voor Ezechiël is het na de dood niet zomaar voorbij. De verbondenheid met waar je vandaan komt, met je grond zelfs, zal blijven bestaan.
Elke dag vertellen mensen mij van hun ervaringen, van hun gevoelens, van hun hoop en hun geloof in het leven. Mensen, die er het diepst over nadenken zijn dikwijls mensen, die iemand verloren hebben. Ze kunnen en willen niet accepteren, dat het zomaar voorbij is. Sommigen wijzen naar de natuur, die als alles dood is geweest in de Lente weer tot leven komt. Heel veel mensen wijzen naar God, die toch een Steun is en een Houvast in het leven zelfs over de dood heen. Veel mensen , hoor je dan, beleven de dood niet als het einde. Kijk ook maar op ons kerkhof, waar we met bloemen, grafstenen en kaarsjes onze doden levend houden, dichtbij ons. "We zien elkaar eens terug" staat er op gedachtenisprentjes. "We dromen voor jou de hemel". We praten over hier en daar, want natuurlijk is er afstand en pijn en verdriet, maar door de pijn heen is er dikwijls ook hoop, verlangen en geloof en voor sommigen zelfs de zekerheid, dat de dood niet het einde is.
In het evangelie zegt Marta tegen Jezus: "Natuurlijk zal mijn broer opstaan bij de opstanding op de laatste dag en ook: Ik geloof vast dat U de Messias bent. Ook tegen dat geloof is gelukkig geen kruid gewassen. Het is haar vaste overtuiging dat haar broer Lazarus zal leven. Zo'n sterk geloof. Zo'n groot vertrouwen. Daar kan geen dood tegenop.
Gelukkig kom je het ook vandaag de dag steeds weer tegen. Misschien wel heftiger dan ooit. Toen ik eens een mevrouw, die ik goed kende –ook haar verdriet om alle lieve mensen die ze was verloren en ook haar grote geloof in God bij wie al die geliefden het nu ook zeker goed zouden hebben – toen vroeg ik haar hoe ze daar toch zo zeker van kon zijn. En toen ik haar vroeg of ze zich voor kon stellen dat iemand het verzonnen zou kunnen hebben…toen zei ze: "Ach pastor…het is niet verzonnen hoor. Maar als iemand dit geloof bedacht heeft dan koop ik voor ik dood ga nog een hele grote bos bloemen voor die mens, want ik heb er toch zo'n fijn leven mee gehad. Een mooi verhaal, dat me altijd nog veel doet.
Nee na de dood is het niet allemaal zomaar voorbij. In de kerk zelf gebruiken we daarvoor plechtige woorden zoals verrijzenis en eeuwig leven, nieuw leven bij God en nog veel meer…
Woorden die dicht mogen liggen bij het gevoel van veel mensen en die dicht liggen ook bij de woorden van Jezus, die vertrouwt op Zijn Vader.
Dood is dood zeggen sommige mensen, maar in Jezus naam kan ik dat en wil ik dat niet geloven. Er zijn nieuwe wegen, er is leven over de grens van de dood heen. Daarom mag het na volgende week ook Goede week worden: een week die gaat van het leven naar de dood en uiteindelijk naar het nieuwe leven….Dan kan het ook Pasen worden.
Evangelielezing Johannes
In die tijd was er iemand ziek, een zekere Lazarus uit Betanië, het dorp van Maria en haar zuster Marta. Maria was de vrouw die de Heer met geurige olie had gezalfd en zijn voeten met haar haren had gedroogd. De zieke Lazarus was haar broer. De zusters van Lazarus stuurden Jezus de boodschap: 'Heer, hij die Gij liefhebt, is ziek'. Toen Jezus dit hoorde, zei Hij: 'Deze ziekte voert niet tot de dood, maar is om Gods glorie, opdat de Zoon Gods erdoor verheerlijkt moge worden'. Jezus hield veel van Marta, haar zuster en Lazarus. Toen Hij dan ook hoorde dat Lazarus ziek was, bleef Hij weliswaar nog twee dagen ter plaatse, maar daarna zei Hij tot zijn leerlingen: 'Laat ons weer naar Judea gaan'. Bij zijn aan-komst bevond Jezus dat Lazarus al vier dagen in het graf lag. Zodra Marta hoorde dat Jezus op komst was, ging zij Hem tegemoet; Maria echter bleef thuis. Marta zei tot Jezus: 'Heer, als Gij hier waart geweest, zou mijn broer niet gestorven zijn. Maar zelfs nu weet ik dat wat Gij ook aan God vraagt, God het U zal geven'. Jezus zei tot haar: 'Uw broer zal verrijzen'. Marta antwoordde: 'Ik weet dat hij zal verrijzen bij de verrijzenis op de laatste dag'. Jezus zei haar: 'Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en ieder die leeft in geloof aan Mij, zal in eeuwigheid niet sterven. Gelooft gij dit?'. Zij zei tot Hem: 'Ja, Heer, ik geloof vast dat Gij de Messias zijt, de Zoon Gods, die in de wereld komt'.
Diep ontroerd sprak Jezus: 'Waar hebt gij hem neergelegd?'. Zij zeiden Hem: 'Kom en zie, Heer'. Jezus begon te wenen, zodat de joden zeiden: 'Zie eens hoe Hij van hem hield'. Maar sommigen onder hen zeiden: 'Kon Hij, die de ogen van een blinde opende, ook niet maken dat deze niet stierf?'. Bij het graf gekomen overviel Jezus opnieuw een huivering. Het was een rotsgraf en er lag een steen voor. Jezus zei: 'Neemt de steen weg'. Marta, de zuster van de gestorvene, zei Hem: 'Hij riekt al, want het is reeds de vierde dag'. Jezus gaf haar ten antwoord: 'Zei ik u niet, dat als gij gelooft ge Gods heerlijkheid zult zien?'. Toen namen ze de steen weg. Jezus sloeg de ogen ten hemel en sprak: 'Vader, Ik dank U dat Gij Mij verhoord hebt. Ik wist wel, dat Gij Mij altijd verhoort, maar omwille van het volk rondom Mij heb Ik dit gezegd, opdat zij mogen geloven, dat Gij Mij gezonden hebt'. Na deze woorden riep Hij met luide stem: 'Lazarus, kom naar buiten!'. De gestorvene kwam naar buiten, voeten en handen met zwachtels gebonden en met een zweetdoek om zijn gezicht. Jezus beval hun: 'Maak hem los en laat hem gaan'. Vele joden, die naar Maria waren gekomen en zagen wat Hij gedaan had, geloofden in Hem.